zondag 29 maart 2015

PENJING


Het meer met de tempel
Penjing is het Japanse woord voor miniatuurlandschap.
In het dierenpark waar ik regelmatig kom is zo'n Japanse tuin.
Een berglandschap met een waterval, een meer, een tempel in het meer en veel bomen. En natuurlijk bamboe hekjes om de structuur aan te geven voor ons, Westerlingen!
Als je er binnengaat word je verwelkomd door zachte fluitmuziek.
Die muziek doet me vaak denken aan een Japans gezegde dat ik eens ergens gelezen heb: "Humor is het gat waardoor de waarheid fluit." 
Die uitdrukking vond ik van meet af aan zo treffend voor de wijze waarop ik communiceer met anderen, dat het steeds op de achtergrond een leidraad voor me is geweest. Bij veel gesprekken en vergaderingen op mijn werk heb ik er dankbaar gebruik van gemaakt.



Uiteraard zijn de meeste bomen in de tuin esdoorns.
Prachtige bomen, waarvan het gebladerte in het najaar de meest fraaie kleuren vertoont. Maar ook de coniferen zijn fascinerend.
Ik heb geen verstand van de kunst van bonsai en penjing, maar ik kan me zo voorstellen dat er met coniferen meer mogelijkheden zijn dan met loofbomen. Want ik weet dan wel weer dat coniferen van oudere oorsprong zijn en dus primitiever van structuur. Ik veronderstel dat een primitieve structuur makkelijker om te buigen is.
Hoe dan ook; de coniferen in de tuin zijn mooi vorm gegeven. Ze zijn zo geplaatst dat er altijd groene rustplekken voor het oog zijn tussen al die weelderige kleuren van de esdoorns.

En natuurlijk is er ook water in de tuin. Water is altijd rustgevend voor de menselijke geest.
Dat wisten ze in Japan al in de twaalfde eeuw. Bonsai en pinjeng zijn in die periode sterk beïnvloed door het Zen Boeddhisme, waarbij meditatie in de natuur belangrijk is.
Ik heb me in het verleden eens een poosje verdiept in Zen.
Is dat nu weer typisch westers? Om je "een poosje" te verdiepen in een filosofie?
Wat ik er in ieder geval van heb opgestoken is dat zelfbeschouwing gezond is.
En zelfspot ook.
En een voorliefde voor koans, die schitterende Zen raadsels, heb ik eraan overgehouden:
"Als een boom valt in het bos en er is niemand om te luisteren. Maakt het vallen dan geluid?"






Daar ga ik mijn gedachten eens aan wijden de volgende keer dat ik in de Japanse tuin ben.




Structuur op Japanse wijze

Structuur op Westerse wijze





donderdag 26 maart 2015

GRAUW

Grijs en grauw
Wat is het toch grauw buiten.
Grauw: Een ouderwets woord voor grijs dat alleen nog gebruikt wordt om somber weer aan te duiden.
Maar het heeft meer betekenissen, zij het dat die ook ouderwets zijn.
Ik hou echter van die oude woorden die onze taal zo mooi maken.
En ik gebruik ze ook graag en regelmatig.
Niet in de dagelijkse omgang, maar in de verhalen die ik schrijf. Dus hoed je! (Ook alweer zo’n mooie ouderwetse uitdrukking...)
Enfin, om op de andere betekenissen terug te komen: Wie kent nog het werkwoord grauwen? Als je het niet kent; het betekent grommen of snauwen.
Ook kun je "grauw"gebruiken om mensen van laag allooi aan te duiden.  In woordenboeken staat als betekenis van "het grauw": schorremorrie, gepeupel, gespuis, schuim, geteisem en plebs. Over ouderwetse woorden gesproken!




Koppig
De laatste manier waarop "grauw" nog wel eens gebruikt wordt is dan weer als liefkozing, vreemd genoeg.
Liefhebbers van ezels noemen deze dieren namelijk liefdevol “grauwtjes”.
En ezels verdienen ook zo'n eigen titel. Ik vind het ondergewaardeerde dieren in ons land.
In de meeste andere westerse landen ook overigens. Ze worden nauwelijks meer gebruikt.
Maar in veel andere contreien zie je dat de ezel de mens dient op zijn eigen eigenzinnige manier. Want eigenzinnig zijn ezels wel én koppig, als de mens die eigengereidheid probeert te breken.
Daarentegen zijn ezels ook harde werkers; ze zwoegen in stilte de hele dag met ongelooflijk zware lasten op hun rug. Vaak in onherbergzaam terrein, waar andere lastdieren en zelfs moderne vervoersmiddelen niet kunnen komen.
Je ziet ze als trekdier voor karretjes waar hele families in plaats nemen. En ook als rijdier wordt hij vaak ingezet. Je kunt je bijna niet voorstellen dat zo'n klein dier een volwassene kan dragen. Maar hij doet het.
Het nare is alleen dat nu juist in de landen waar men ezels gebruikt om de mens te dienen, diezelfde mens zijn ezel verwaarloost. Veel slaag en weinig eten is vaak zijn loon.
En als hij oud is geworden wordt hij meedogenloos aan zijn lot overgelaten.


Degenen die hun ezel zo behandelen horen voor mij echt tot het laagste allooi.
Het is grauw.

maandag 23 maart 2015

SARAH

Geen panty, maar een pantser
Sarah is niet iemand uit uit mijn familie- of kennissenkring die net 50 jaar is geworden. Nee; zo oud is ze niet volgens mij.
Saar is een neushoorn en ze woont in de dierentuin waar ik regelmatig kom.
Een indische neushoorn om precies te zijn.
Die worden ook wel pantserneushoorns genoemd.
En dat vind ik nu eens een treffende naam.
Want als ik naar Saar kijk moet ik namelijk denken aan de leren bepantsering van Japanse samoerais.
Op de foto hiernaast zie je een niet nader te noemen deel van Saar dat ik toch maar gefotografeerd heb om te illustreren wat ik bedoel met zo'n leren pantser.

Ik weet ineens toch een naam voor dat ene lichaamsdeel: de derrière van de douairière. Dat klinkt gewichtig en past dus goed bij de dame in kwestie.
Of zeg je bij een douairière "in questie"?








Ik heb er vandaag een zwaar hoofd in
Saar is niet altijd makkelijk voor de lens te krijgen.want ze is meestal bezig haar hele territorium rond te wandelen. Ogenschijnlijk doet ze dat op haar dooie akkertje. Maar als je haar daarbij wilt fotograferen merk je al snel dat deze dame zich behoorlijk vlug beweegt. Zeker voor zo'n kolossaal dier.
Ik heb de meeste foto's dan ook gemaakt op warme dagen, als ze minder geneigd was om te bewegen.Want luieren kan Saar ogenschijnlijk ook als de beste.
Met haar kop rustend op een rotsblok lijkt ze te slapen.Maar haar oren bewegen constant heen en weer en ik ben ervan overtuigd dat ze alles hoort om haar heen. En dat ze op haar qui vive is. Voor wie of wat weet ik niet, want ik kan me niet voorstellen dat er ook maar één wezen zo dom is om deze reuzin aan te vallen. Met haar 2000 kilo en haar samoerai uitrusting.

Ik tenminste niet; ik hou namelijk van Saartje, zij het van een afstand.




x

x

zondag 22 maart 2015

LELIJKERD


Moeders mooiste
Je kunt de jonge maraboes in volière Snavelrijk gerust lelijk noemen.
En als je nu denkt dat ze later erg mooi worden, net als het lelijke eendje in het sprookje van Andersen...
moet ik je teleurstellen.
Maraboes zullen door de meeste mensen niet gezien worden als schoonheden.
Kijk maar eens naar de foto hiernaast.

Deze jonge maraboe was net zo nieuwsgierig naar mij als ik naar hem/haar. Of eigenlijk moet ik bekennen dat niet ik aantrekkelijk was in zijn ogen, maar mijn scootmobiel.
Wellicht vond hij het metallic blauw wel cool. Of werd hij onweerstaanbaar aangetrokken door de lampjes? Was het mijn rugzak? Wie zal zeggen wat er in het het koppie van een maraboe omgaat?

In ieder geval kwam hij zo dichtbij dat ik er bijna geen foto van maken kon.
"Heb ik dat weer?" Komt er eindelijk een dichtbij op een rustige middag... Komt ie weer zo dichtbij dat zijn snavel te groot wordt om nog op een foto te passen. "Ik heb echt een heeeeeel zwaar leven", om Brigitte Kaandorp maar eens te citeren.




Maraboes zijn, net als de nimmerzaten, familie van de ooievaar. Allen hun vliegbeeld is duidelijk anders dan dat van de andere ooievaars: Maraboes houden hun nek namelijk niet uitgestrekt tijdens het vliegen. (Het is maar een weetje.)
Het zijn voornamelijk aaseters en ze worden dan ook veel in het gezelschap van gieren aangetroffen. Maar ze houden ook van kleine levende dieren om te eten, Zoals kikkers, visjes, knaagdiertjes en grote insecten als bv sprinkhanen. En zelfs eieren van vogels of krokodillen worden niet versmaad.

Maraboes zijn grote vogels.Tot wel anderhalve meter.
Ze hebben een roze keelzak, die ze met lucht kunnen vullen om nog groter te lijken. Dat is erg handig als je een vijand of een concurrent wilt afschrikken.
Maar je kunt er in de paartijd ook behoorlijk dominant mee overkomen. Tijdens die periode maken maraboes ook geluiden met behulp van hun keelzak. Een soort ingebouwde doedelzak, zeg maar.

De vogels komen voor in het grootste deel van Afrika ten zuiden van de Sahara.

NOG EVEN

Veren poetsen
Nog even over de vale gieren: ik heb meer foto's van ze.
En ik wil ook nog wat wetenswaardigheden spuien over ze.
Dus daar gaat ie dan!

Vale gieren leven in groepen van wel 40 vogels. Dat zijn dan 20 stelletjes.

In Snavelrijk wonen er beduidend minder overigens. Dat komt omdat het allemaal zogeheten opvangdieren zijn.
Ze zijn alle het slachtoffer geweest van ongelukken. Dat kan door aanrijdingen geweest zijn, maar ook door het raken van hoogspanningskabels.

Enkele exemplaren kunnen als gevolg daarvan nog steeds niet goed vliegen.







Vale gieren vliegen per dag gemiddeld wel 6 uur. Dat lijkt een enorme inspanning, maar ze vliegen niet constant.
Dat wil zeggen: Ze bewegen hun vleugels niet constant op en neer. Want ze zweven vaak met uitgestrekte vleugels, gebruik makend van luchtstromingen.Met zulke brede vleugels, die ook nog eens bijna 3 meter lang zijn, is dat goed vol te houden.
Ze zijn echte aaseters, die al zwevend de grond afspeuren naar kadavers. Ze hebben dan ook een uitstekend gezichtsvermogen.
De nek van de vale gier is kaal en dat komt goed van pas. Hij steekt namelijk zijn kop in de kadavers waar hij van eet. Een zwaar bevederde nek zou daar wel erg smerig van worden.

De vogels komen voor in Zuidwest-Azië, Noord-Afrika,het Arabisch Schiereiland én Europa. Voornamelijk in Spanje, Portugal en Frankrijk. Een enkele keer dwaalt er een exemplaar af naar ons land.

Kijken vanaf boven
Ook 's winters

GYPS FULVUS

Hautain

De meest imposante vogels in buitenvolière Snavelrijk zijn zonder twijfel de vale gieren.
(Hun latijnse naam is gyps fulvus; vandaar de titel.)

De gieren zitten meestal hoog in de bomen van het terrein en kijken vandaar hautain neer op de bezoekers.

Maar het gebeurt me ook regelmatig dat er één of twee exemplaren besluiten om naar beneden te zeilen op hun enorme vleugels.
En dan lopen er ineens twee gieren op een afstandje van zo'n halve meter van me af.
Stel je daar wel bij voor dat ik in een scootmobiel zit, dus dat de beesten bijna zo hoog zijn als ik.

EN KIJK DAN NOG EENS GOED NAAR DE FOTO HIERNAAST...



De eerste keer dat dit me overkwam, was mijn reactie om héél stil te blijven zitten. Maar toen dacht ik: "Oh nee! Dat is precies waar ze van houden: doodstille mensen..."
Dus heb ik maar gewoon zo rustig mogelijk mijn camera gepakt en foto's gemaakt. En dat ging goed. Ik leef nog en de gieren ook.

Ze zijn zelfs zo levend, dat er op dit moment een nest is met een ei.
Dat is voor het eerst in Snavelrijk.
En binnenkort betekent dat voor mij weer een mooie gelegenheid om een gierskuiken te fotograferen.


Moeder gier aan het broeden

KROESKOP

Als ik door de volière Snavelrijk rij, dan moet ik altijd even stoppen bij de pelikanen.


Gratie
Wat vind ik dat toch mooie vogels!
Ik vind het zo bijzonder dat een vogel met zo'n plomp lijf en met die uit de krachten gegroeide snavel in het water ineens verandert in een gracieuze verschijning.
Kijk deze foto nu toch eens...
Een bevallige dame in grijs en crème.
Ze weet dat er naar haar gekeken wordt en dat haar schoonheid extra benadrukt wordt door haar spiegelbeeld in het water.
Gratie en nonchalance straalt ze uit.

Of ben ik nu te romantisch?
Dat kan zijn, maar die eigenschap maakt bezoekjes aan Snavelrijk wel leuker.
En nou jij weer.





Ik wil je de andere foto's die ik van de week van de kroeskoppelikanen heb gemaakt niet onthouden.Dus bij deze.



Kroeskoppelikanen zijn zware vogels.
Het is verwonderlijk dat ze met hun gewicht van rond de 15 kg. nog kunnen vliegen.
Ongetwijfeld helpen hun enorme vleugels daarbij een handje.
Ze hebben een spanwijdte van ongeveer 3 meter!

Hun verspreidingsgebied is groot: van Zuidoost-Europa tot in klein- Azië en ook midden-Azië.

De naam "kroeskop" danken ze aan de gekrulde en opstaande veertjes achter op hun kop.
Het verbaast me overigens dat deze naam nog "mag" tegenwoordig in ons land...






In hun element


zaterdag 21 maart 2015

NIMMER ZAT

In dierenpark Amersfoort is in 2014 een nieuwe buitenvolière geopend: Snavelrijk.

Nimmerzat en immer mooi

Het is met 3000 viekante meter de grootste volière van ons land.
Je kunt er tussen de loslopende/losvliegende vogels je ogen de kost geven. Ze laten zich ook goed fotograferen.
Er wonen maraboes, pelikanen, nimmerzatten, gieren en ibissen.

Nu kan ik me voorstellen dat niet iedereen onmiddellijk weet hoe al die vogels er dan uitzien.
Neem nu de nimmerzat.
Een aan de ooievaar verwante vogel, die voorkomt in Afrika en Zuidoost-Azië.
Hij doet zijn naam eer aan, want het is in de eerste weken van zijn
bestaan een onverzadigbare veelvraat
Hij weegt bij de geboorte ongeveer 60 gram en na nog geen 2 weken
is dat ongeveer 500 gram geworden!
Bij zonnig weer zie je de nimmerzats met gespreide vleugels door het water lopen.
Dit doen ze om de visjes waar ze op jagen beter te kunnen zien.
Dit gedrag heb ik overigens ook vaak bij blauwe reigers in de Eempolders gezien






Mooi toch